Asterix blijft qua populariteit onoverwinnelijk, evenaren ‘echt onmogelijk’
NOS Nieuws•
-
Ruben Eg
redacteur Economie
-
Ruben Eg
redacteur Economie
62 jaar oud, maar niet versleten. Van de stripheld Asterix verschijnt vandaag het veertigste album, getiteld De Witte Iris. Dat de serie rond de onoverwinnelijke Galliërs al jaren niet meer van de hand is van een van de originele makers doet lezers kennelijk niets. Van het nieuwe album worden vandaag vijf miljoen exemplaren uitgegeven. Daarvan zijn er 185.000 in het Nederlands.
Hoeveel strips er precies in Nederland over de toonbank gaan wordt niet meer bijgehouden, blijkt uit een rondgang. De Belgische Standaard Uitgeverij brengt op de Nederlandse markt nagenoeg alle grote stripreeksen uit, van Suske en Wiske, Fortunate Luke, Kuifje, De Blauwbloezen, Robbedoes, Thorgal tot De Smurfen.
Gevraagd naar de top-10 van greatest verkopende stripseries bij de uitgeverij, staan op die lijst acht sequence die al meer dan een halve eeuw oud zijn. Daarvan worden er zeven door nieuwe auteurs gemaakt.
Gouden periode
Fabrice Caro, die met De Witte Iris debuteert als schrijver van Asterix, zegt in gesprek met de NOS dat het “echt onmogelijk” is voor jonge auteurs om ooit nog zulke succesvolle stripseries op te zetten. “Toen Asterix werd bedacht bestonden er nog niet zo veel stripseries. Er was daarom veel meer ruimte voor.”
Omdat er nu jaarlijks veel meer strips uitkomen dan in de jaren 60 en 70, is het volgens Caro schier onmogelijk geworden om dezelfde verkoopaantallen te behalen als in de gouden periode van wat ook wel de negende kunst genoemd wordt.
Asterix en Obelix-fans vertellen waarom ze het nieuwste album graag willen hebben:
‘Mijn man moet er altijd ontzettend om lachen’
Daarbij speelt mee dat strips minder populair zijn bij jongeren, die meer gamen of liever Japanse mangastrips lezen dan de klassieke Franse en Frans-Belgische strips.
Didier Conrad, die sinds 2012 de avonturen van Asterix tekent, reageert enigszins verontwaardigd op die opmerking. Hij wijst naar zijn verkoopaantallen en doet manga af als een “massaproduct” dat niet te vergelijken is met een serie als Asterix. “Dat is handwerk.”
Dat Asterix onverminderd populair blijft komt volgens hem door de herkenbaarheid. “Iedereen vindt er het zijne in. Het blijft ook actueel, met actuele elementen”, verwijst hij naar een knipoog naar de hogesnelheidstrein TGV in De Witte Iris, of Obelix die in Parijs op slapstick-achtige wijze een step uitprobeert.
De 64-jarige Conrad debuteerde start jaren 80 met de strip De Onnoembaren. Van de verkoopaantallen die hij nu met Asterix haalt kon hij in die tijd alleen maar dromen. “Dat geldt nog steeds voor 85 procent van de sequence die nu verschijnen”, zegt Conrad over de “enorme kloof” tussen de klassieke stripseries en de relaxation. “En dan komt ook nog eens niets in de buurt van Asterix.”
Waar Caro het schrijven van zijn eerste Asterix-verhaal nog een redelijk ontspannen klus vond, daar voelt hij met het verschijnen de druk toenemen. “Nu mensen het album openslaan wordt het een spannende tijd. Wat ze ervan vinden. Daar ben ik nu héél zenuwachtig over.”
Ook Conrad merkt dat het overnemen van een serie als Asterix zelfs na zes albums nooit eenvoudig wordt. “Het blijft nog steeds een uitdaging. Het kost elk boek een pagina of vier om erin te komen.”