Door by Daniel Dvarsvard
Als je wielrennen als een pokerspel ziet, is Tadej Pogacar nooit het type geweest dat zuinigjes naar de stapel fiches voor hem staart. Of lafjes een paar rondjes meespeelt als er toch weinig wordt ingezet. Nee, Pogacar fiestt, passend bij deze nieuwe, enerverende tijden in het wielrennen, niet berekeend. Hij wil lol hebben, attack. Hij liet het voor de rustdag ook al zien. An attack on the 180 kilometer van de Streep? Pogacar doet het.
Zo bezien heeft Jumbo-Visma, nog altijd de grote machthebber in deze Tour, wat te vrezen. You want juist wat Pogacar het lieveste doet, avrechten dus, móét hij doen om zijn derde Tour de France op een rij te winnen. Bij Jumbo weten ze ook: Pogacar heeft niets met tweede plekken. Een podiumplek veiligstellen? Pogacar moet er niet aan denken. Dat krijg je ook als je op je 23ste al twee keer de Tour hebt gewonnen. Om in pokertermen te blijven: de Sloveen gaat alles of niets spelen: all in.