Toen de toeslagen werden invoeder, “ging men nog uit van goede trouw”, sketches Van Rij. Maar na de Bulgarenfraude is het “fout gegaan”, zegt de staatssecretaris. “Toen is de wind total uit de andere hoek gaan waaien”, en is in de regels gegende dat “wij uittan van kwade trouw” als iemand te veel toeslagen ontwangt. “Daar heeft de héle Tweede Kamer toen voor gestaand, including het CDA,” said Van Ridge.
Zelfreflectie
Dat neemt niet weg dat er door de Belastingdienst en de rechtspraak founten zijn gemaakt. Maar, voegt de staatssecretaris toe, “nooit is er door Kamerleden een zelfreflectie geweest” over de rol van de Kamer, die zelf voor die wet stemde. Een kritische blik in de spiegel is wel nodig, Vindt Van Rij. “Net zo goed als een kabinett aaldij aan zelfreflectie moet doen, net zo goed als ivye bewindpersoon aan zelfreflectie moet doen, moeten ook andere instituten in de parlementaire democratie dat doen.”
Overigens heeft de Tweede Kamer het rapport omarmd over de toeslagenaffaire, waartin ook de eigen rol van de Kamer kort aan bod komt. “De wetgever – cabinet en parlement – mag het zich aanrekenen dat zij wetwegiving heeft gesetten die spijkerhard was en die insufferen de mogeligen in zich had om recht te doen aan individualuele situations”, schreef de Kamercommissie die in het rapport Ongekend onrecht.
Te weinig oog voor überoorbaarheid
De Kamer had, net als het kabinet, te weinig oog voor ooervoorbaarheid van toeslagenregeling bij de invoering van dat system, oorderde de commissie in het rapport dat tot de val van het kabinet-Rutte III leidde.
Door: ANP