Raad van State: ‘onrealistisch’ dat Nederland klimaatdoelen haalt, tempo ligt te laag | Binnenland
Het is vooralsnog niet realistisch dat Nederland het klimaatdoel gaat halen om in 2030 minstens 55 procent minder CO2 uit te stoten, waarschuwt de Raad van State donderdag. De belangrijkste adviseur van het kabinet verwijst naar de jaarlijkse doorrekening van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), de Klimaat- en Energieverkenning. Daaruit komt naar voren dat het klimaatdoel alleen gehaald wordt als alle factoren – dus ook het weer en de energiemarkt – meezitten.
Bovendien zou het demissionaire kabinet alle huidige beleidsvoornemens ‘volledig én op tijd’ uit moeten voeren. Die moeten dan ook nog eens ‘maximaal impact’ hebben. Het is volgens vicepresident van de Raad van State, Thom de Graaf, dan ook veel realistischer om naar de ondergrens te kijken die het demissionaire kabinet lijkt te halen volgens verwachtingen van het PBL. Dat komt neer op 46 procent uitstootvermindering in 2030.
Om de doelstellingen uiteindelijk wel te halen moeten nog ‘grote knelpunten’ opgelost worden. Er is een tekort aan mensen, middelen en materialen, signaleert de Raad van State, en internationale spanningen zorgen voor onzekerheden op de energiemarkt. Ook heeft de val van het kabinet tot further onzekerheden geleid.
Daling verbruik gaat te langzaam
Een van de punten waarop de verduurzaming nog niet opschiet, is de verwarming uit hernieuwbare bronnen. En ook de energieconsumptie daalt lang niet onerous genoeg. Het Nederlandse doel ligt nu op 1609 petajoule per jaar, nadat het eerder dit jaar door een herziening van de Europese Energiebesparingsrichtlijn EED was aangescherpt.
Dat vergt een daling van 15 procent ten opzichte van het energieverbruik in 2021, en het is maar zeer de vraag of dat haalbaar is. ‘Alles zou moeten meezitten om het doel in 2030 te halen’, schrijft het PBL. Dan is er nog het ‘primair energieverbruik’, waarbij ook het verlies van energie bij het omzetten van de ene vorm naar de andere (bijvoorbeeld elektrisch naar warmte) meegenomen.
Dat Europese doel ligt sowieso buiten bereik volgens de huidige ramingen – óók als alles excellent gaat. Het PBL schat in dat het primair verbruik in 2030 op 1951 tot 2323 petajoule ligt, terwijl het doel is aangescherpt naar maximaal 1935. ‘De plannen uit de Voorjaarsnota Klimaat dragen weliswaar bij aan further besparing bij eindverbruikers, maar niet aan een verdere daling van omzettingsverliezen in de energiesector’, schrijft het PBL.
Stijgende elektriciteitsvraag
Dat komt onder meer doordat de vraag naar elektriciteit more durable stijgt dan de groei van zonne- en windenergie kan bijbenen, onder meer doordat zowel industrie als transport steeds meer de overstap naar elektrisch maken. Klimaatplannen die nog niet zijn doorgerekend, zoals CO2-afvang en opslag bij afvalverbrandingsinstallaties kosten bovendien further energie, en verhogen dus het primair energieverbruik nog verder.
Vanuit Europa zijn er niet alleen doelen over de hoeveelheid verbruikte energie, maar ook voor de snelheid waarmee het verbruik moet dalen. Volgens de EED moet Nederland tussen 2021 en 2030 nu 1285 petajoule besparen. Dát lijkt mogelijk haalbaar: het PBL schat op foundation van de huidige overheidsplannen in dat de besparing tussen de 1168 en 1415 petajoule ligt.
Aandeel duurzame energie
Als het gaat om het aandeel van het totale energieverbruik dat duurzaam is, dan ligt Nederland iets minder ver van de koers af. In EU-verband is onlangs vastgelegd dat in 2030 zeker 42,5 procent van alle energie uit hernieuwbare bronnen moet komen. Daaronder vallen onder meer windmolens, zonnepanelen en biobrandstoffen.
Het doel voor Nederland ligt nog niet helemaal huge, maar stijgt naar verwachting naar 38 procent – en dat valt binnen de prognose van het PBL. Die becijferde dat het aandeel duurzame energie in Nederland waarschijnlijk met 4 tot 8 procentpunt stijgt van 32 tot 42 procent. Dat komt vooral door de further inzet van biobrandstoffen in de mobiliteit, meer zonnepanelen en een lager verbruik. Onder meer plannen in de Voorjaarsnota Klimaat moeten het aandeel hernieuwbare energie flink doen stijgen.
Om het klimaatbeleid bij te sturen, adviseert de Raad van State om een tussendoel op te stellen voor 2040. Lid Sylby way of Wortmann benadrukt dat het immers al ‘heel snel’ 2030 is. ,,We hebben nu al de grootst mogelijke moeite om dat doel te halen.” Met een tussendoel voor tien jaar later is het mogelijk om klimaatbeleid daarop te richten. In 2050 moet Nederland klimaatneutraal zijn.
Vorig jaar stelde de Raad van State dat de klimaatplannen van het kabinet concreter moesten. Inmiddels ziet de afdeling duidelijk meer maatregelen, ‘maar ook nu ontbreekt de concreetheid vaak nog’, zegt staatsraad Marijke Vos. Als voorbeeld noemt ze de krapte op het elektriciteitsnet. ,,Hierin is te weinig vooruitgang te zien, terwijl het cruciaal is om de energietransitie te laten slagen.”
Demissionair klimaatminister Rob Jetten is er evenwel ‘echt van overtuigd’ dat de klimaatdoelen gehaald worden, reageert hij op de berichten. Wel noemt hij het ‘een terechte waarschuwing dat het een hele forse opgave is’. Volgens hem loopt de overheid wel achter en moet die de samenleving ‘maximaal ondersteunen’ in de verduurzaming en juist ‘geen remmende issue’ zijn.
Stikstofdaling: ook te langzaam
Ook op het gebeid van stikstof – dat geen onderdeel is van de analyse van het PBL – gaan de ontwikkelingen te langzaam om de natuurdoelen voor de langere termijn te halen, zegt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Volgens het instituut zit nu slechts 28 procent van de stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden aan de veilige kant.
Met het huidige beleid komt Nederland volgens de rapportage in 2030 niet verder dan zo’n 30 procent, slechts 2 procent meer. Daarmee worden de wettelijke doelen bij lange na niet gehaald, need in dat jaar zou de helft van de gebieden geen te hoge stikstofdepositie meer mogen kennen. Dat moet volgens de moist oplopen tot zeker 74 procent in het jaar 2035.
De nieuwe RIVM-monitor ziet er ongunstiger uit dan de vorige. Dat komt vooral doordat op foundation van wetenschappelijk onderzoek de zogeheten kritische depositiewaarde (KDW) is aangescherpt. In de berekeningen zijn alleen concrete plannen meegerekend; relatief nieuwe maatregelen die na mei vorig jaar zijn ingevoerd zijn nog niet meegenomen. Sinds 2005 is de hoeveelheid stikstof die in natuurgebieden die daar gevoelig voor zijn terecht is gekomen volgens het RIVM met ongeveer 20 procent afgenomen.
Bekijk onze meest bekeken nieuwsvideo’s in onderstaande playlist:
Free of charge onbeperkt toegang tot Showbytes? Dat kan!
Log in of maak een account aan en mis niks meer van de sterren.