Ook de ATACMS-raketten kunnen de twijfels aan de Oekraïense kant van het entrance niet wegnemen
‘Als je overdag beweegt, ben je 100 procent zeker dood’, zegt de Oekraïense soldaat Morpekh van de 65ste brigade tegen AFP. Volgens Leonid heb je tussen twee vuursalvo’s door ‘drie tot vijf minuten’ om te bewegen. ‘We vechten tegen een enorm land, ze hebben meer manschappen, meer materieel’, weet Olesandr. ‘Rusland bezuinigt nergens op’, zegt de militair die Poltava wordt genoemd, ‘niet op munitie, niet op luchtbombardementen. We maken beetje bij beetje vooruitgang, maar we verliezen veel van onze jongens.’
Deze militairen vechten in het gebied rond Robotyne, waar zes weken geleden een bres werd gemeld in de Russische verdedigingslinie. Een verdere doorbraak is er niet gekomen, zegt Igor Korol, de commandant van het eerste bataljon van de 65ste brigade. En het bevrijde gebied in de bres ligt everlasting onder Russisch vuur (‘bij elke bombardement verliezen we mensen’), dus Korol noemt het een ‘grijs gebied’.
Noordelijker, onder Bachmoet, vechten kleine Oekraïense eenheden zich meter voor meter terug in gebieden die vanwege hun totale verwoesting nauwelijks beschutting bieden. Zoals bij Andriivka. Videobeelden tonen de gruwelijke strijd die hier is gevoerd. Tegen The Washington Put up zegt de militair die Rollo wordt genoemd hoe ‘vijandelijke golven’ op hen af bleven komen, tot hij een radicaal besluit nam: hij vroeg om een spervuur met clustermunitie waarbij hij de coördinaten van zijn eigen soldaten gebruikte. ‘We bedekten het hele gebied. Maar omdat we zelf in de gaten sprongen, hadden we geen verliezen.’
Moeilijk vechten
Meestal zijn het kleine, bijna individuele aanvallen die het verschil moeten maken, ‘tegen een vijand die een groot voordeel heeft, vijf tegen een’, aldus %. ‘Ze zien je voortdurend vanuit de lucht. Dat maakt het heel moeilijk om te vechten, omdat voortdurend vijandelijk mortiervuur, artillerie en granaten op je gegooid worden.’
Als ze meer moderne westerse wapens hadden, zoals langeafstandsraketten, zegt Rollo, ‘zouden we zulke heroïsche acties niet nodig hebben, met alle verliezen’. Westerse wapens maken het verschil, is het constante refrein langs het entrance. Het lijkt, zegt een officier, alsof het Westen een videospel heeft ontworpen, waarin elk additional wapen verdiend moet worden. ‘Door elke succesvolle missie ontvangen we iets meer, en komen nieuwe vaardigheden vrij. Dat is moeilijk voor ons, onze burgers sterven dagelijks.’
Rusland zet al maanden druk op de noordelijke frontlinie, in het gebied dat Oekraïne vorig jaar heroverde. Maar de afgelopen tien dagen was er een groot offensief om Avdiivka in te nemen, een stadje vlak bij Donetsk. Tientallen tanks en gepantserde voertuigen benaderden de stad vanuit drie richtingen, ondersteund door artillerievuur, helikopters en gevechtsvliegtuigen.
Volgens Oekraïne zijn in felle gevechten de aanvallen afgeweerd. Internationale consultants bevestigen de grote Russische verliezen. Maar, zegt commandant Maxim Morozov tegen AFP, ‘we weten dat de Russen grote reserves, qua personeel en materieel, hebben samengetrokken’. De aanval ‘was een grote schok, en we kunnen meer van zulke aanvallen verwachten’.
In Russisch voordeel
De oorlog in Oekraïne blijft van een omvang en intensiteit die weinigen zich kunnen inbeelden. Daarin spelen – behalve het moreel van de troepen – de kwaliteit van de wapens én de omvang van de voorraden een beslissende rol. Die balans verschuift in Russisch voordeel, stelt Jack Watling van de Britse denktank Rusi. Terwijl westerse munitievoorraden opraken en de verhoogde productie pas over een jaar voelbaar wordt, stijgt de Russische productie ‘snel’ en stromen de voorraden binnen uit Noord-Korea en Iran. En er zijn al berichten dat sommige munitie bedoeld voor Oekraïne nu naar Israël gaat.
Was dan wellicht de eerste, vernietigende inzet van Amerikaanse Atacms-langeafstandsraketten deze week tegen twee Russische vliegbases de doorbraak waar Oekraïners op hoopten? De raketten hadden een groot verschil kunnen maken in het zomeroffensief, maar ze komen nu pas – en het zijn er heel weinig (tussen de twaalf en twintig, volgens Amerikaanse media). Te weinig om verschil te maken. Met een te klein bereik (160 kilometer) om strategische doelen op de Krim uit te schakelen.
Zo passen de Atacms vooralsnog in de traditie waarin de grootste wapenleveranciers – de VS en Duitsland – ook de voorzichtigste zijn. En waarin juist de effectiefste wapens tegen de Russische overmacht – moderne gevechtsvliegtuigen en langeafstandsraketten – te laat en in te kleine hoeveelheden worden toegezegd.
Waar media de aandacht naar Israël verlegd hebben, hebben politici en burgers dat niet: Navolanden beloven hulp die Oekraïne door de winter moet helpen, de EU bezint zich serieus op de uitbreiding met Oekraïne, en uit recente peilingen blijkt dat de meeste burgers, ook in de VS, het welbegrepen eigenbelang zien van steun aan Oekraïne.
Als Bidens ‘pakket van 100 miljard’ door het Congres komt, wat allerminst zeker is, zal dat een grote opsteker zijn voor Oekraïne. Maar zelfs dan blijft de pijnlijke vraag boven het slagveld hangen omtrent de doelen van de VS en Duitsland in Oekraïne: moet Rusland helemaal verdreven worden van Oekraïens grondgebied of moet ‘een’ Oekraïne, in welke vorm dan ook, simpelweg overleven?